Mantelzorgers bieden – vaak intensief – zorg en hulp aan een naaste met een chronische ziekte of beperking. Dat gaat vaak goed, maar kan ook teveel worden. Om overbelasting te voorkomen, is het belangrijk dat mantelzorgers af en toe de zorg uit handen kunnen geven. Als ze op tijd en regelmatig tijd voor zichzelf nemen, kunnen ze de zorg langer volhouden en met plezier blijven doen.
Mantelzorgers vragen niet snel om hulp. Ze vinden het vaak moeilijk om de zorg over te dragen, en voelen zich hier schuldig over. Sommige mensen ervaren om hulp vragen als een vorm van zwakte, of zien het belang van hulp niet genoeg in. Ook wil de verzorgde niet altijd door een ander verzorgd worden. Verder zijn veel mantelzorgers niet goed op de hoogte van de mogelijkheden van aanvullende mantelzorg. Ze zien ook vaak op tegen het uitzoek- en regelwerk.
Mantelzorgers geven vaak te laat aan dat de zorg te veel wordt.
Zie bij waarom aanvullende zorg voor het belang van aanvullende zorg voor zowel mantelzorger als verzorgde.
Wat kunt u doen als professional?
> Besef dat een op de vijf volwassenen mantelzorger is, dus waarschijnlijk ook een aantal van uw cliënten, patiënten of bezoekers. Ga voor u zelf na: hoe kan ik hen goed in beeld krijgen?
> Ga in gesprek met de mantelzorger en vertel waarom aanvullende zorg belangrijk is voor zowel mantelzorger als verzorgde. Leg uit dat inschakelen van hulp kan meehelpen om de zorg langer en beter vol te houden.
> Wijs de mantelzorger op de mogelijkheden van aanvullende mantelzorg (zie het aanbod op deze website).